Een ode aan film
Het begin: team digitaal
Sinds ik begon met fotografie in 2006, was ik ‘team digitaal’. Ik had genoeg geld bij elkaar gespaard om een 6 megapixel compact cameraatje voor mezelf te kopen en heb ermee in de rondte geklikt tot het er een paar jaar later letterlijk mee ophield. Wat volgde was mijn allereerste echte digitale spiegelreflex: de Canon EOS 450D. Vanaf toen ben ik lang loyaal gebleven aan Canon. Ik upgradede naar een EOS 5D Mark II toen ik mijn professionele carrière begon, gevolgd door de Mark IV. Sinds de 5D serie ben ik zelfs nagenoeg trouw gebleven aan één en dezelfde lens: de 24-70 f/2.8, ook van Canon. Voor het soort werk dat ik toen deed – voornamelijk portretten, mode en verschillende soorten commerciële fotografie – was dit een enorm veelzijdige set-up, die zo’n beetje vergroeide met mijn eigen arm… wat zowel goede en slechte dingen met zich meebracht.
De eerste analoge stapjes
In 2018 werd ik gevraagd een campagne te schieten voor een brillenmerk. De vraag specifiek was of ik dit op zwartwit film wilde doen. Behalve mijn Pippi Langkous aanpak, heb ik een Very Important Person om te bedanken voor het slagen van deze shoot. Mijn bestie Michèle is een erg getalenteerde fotograaf die ook veel met analoge film werkt en daarnaast gewoon een prachtig creatief persoon is. Ik vroeg haar of ze mijn assistent wilde zijn voor het brillenmerk en of ik haar Pentax 67 daarvoor mocht inzetten. Zij nam het ‘laden en lossen’ van de film op zich tijdens de shoot. Ze kreeg het zelfs voor elkaar om een paar hele goede behind the scenes te schieten met haar Leica M6. De enige reden dat ik akkoord ben gegaan met deze shoot is omdat ik wist dat zij naast me stond en ik kon focussen op het maken van de foto’s.
Net voor de campagne shoot was ik toch nog wat zenuwachtig. Ik dacht dat ik moeite zou hebben met de camera die nieuw was voor mij, het handmatig scherpstellen, al die dingen… Daardoor voelde het managen van de shoot met meerdere modellen en de klant op set iets meer overweldigend dan normaal. Echter, toen ik eenmaal bezig was, klikte er iets in mij. Halverwege de shoot was ik bijna geen digitale back-ups meer aan het schieten en raakte gewend aan het hele proces. Ik moest me overgeven aan het ‘niet weten’, niet op het schermpje achterop mijn camera kunnen spieken om te beoordelen wat ik aan het doen was. Ik had maar één optie: aanwezig zijn. En ik was er meteen verliefd op.
Op reis
Je zou misschien verwachten dat dit het keerpunt was, maar ik was nog niet helemaal klaar om helemaal kopje onder te gaan. Ik bleef zowel opdrachten als eigen werk digitaal doen met mijn betrouwbare en bekende Canon set-up. Zelfs toen ik besloot voor onbepaalde tijd op reis te gaan, kocht ik nog eerder een kleinere laptop zodat ik mijn bakbeest van een Canon mee kon nemen in mijn handbagage voor het geval ik wilde fotograferen. Ik had enkel een 40 liter tas met nauwelijks kleding bij me, maar mijn Canon moest aan mijn zijde blijven. Oude gewoontes zijn lastig te breken.
Tijdens deze reis, heb ik opnieuw kunnen verbinden met mijn ‘waarom’. Terwijl ik door Japan reisde, ontmoette ik een inspirerend fotografen koppel uit Londen die elk een heel interessante camera vasthadden op de trein waar ik een wagon met ze deelde. Ik moest en zal ernaar vragen, en herkende de Hasselblad 500CM die Kendal hanteerde direct, maar de veel moderner uitziende camera die Katie om haar nek had kwam me niet bekend voor. Het bleek een Mamiya 7 te zijn, en zelfs na maar heel even door de zoeker te hebben gekeken voelde ik een vonkje magie. Ik vertelde het stel van mijn analoge film dromen maar mijn weerstand tot dusver om er echt in te duiken. Ze moedigden me hartelijk aan om er gewoon voor te gaan. Ik beloofde aan mezelf: zodra ik terug ben van mijn reis, ga ik rustig uitzoeken wat een goede beginnerscamera voor me is, en ga ik op jacht naar mijn eerste analoge camera.
Ik wil het nú
Uiteraard is dit het moment dat het me echt niet meer loslaat. The point of no return. Ik wil analoge film schieten en ik wil het nu! Ik reisde van Couchsurfing adresjes naar hostels, en vond een hostel in Kyoto waar ze analoge fotografie workshops organiseerden en verschillende soorten analoge camera’s te huur hadden. Daar huurde ik de Pentax 67 nog eens, geladen met een beetje een vreemde eend in de bijt: Ilford XP2. In de winkel hadden ze niet genoeg rollen HP5 beschikbaar, en ik wilde geen verschillende soorten film door elkaar heen gebruiken voor hetzelfde onderwerp.
De ervaringen in Japan maakten me enthousiaster dan ooit om te beginnen met analoge film, maar door diezelfde reis, waar ik nog volop in zat, voelde het als een kriebel die ik nog niet kon krabben. Zo’n anderhalve maand later ben ik in Kaapstad en gaat er een cool uitziende meid tegenover me zitten op het terrasje waar ik van mijn koffie aan het genieten was. Ze legde haar analoge camera op tafel en nam een kijkje op het menu. Het was duidelijk: het Universum was het met me eens dat dit nú moest gebeuren. Ik vroeg haar een beetje naar haar camera, en ze verwees me naar een fotografie winkel in het centrum. Diezelfde dag nog ging ik er langs, en ging een Minolta X700 rijker en veel te veel euro’s armer de deur weer uit. Ze vroegen er veel meer voor dan deze camera waard was, maar voor mij op dat moment was dat het precies waard. Ik was dolgelukkig. Mijn allereerste eigen analoge camera. Ik regelde meteen een shoot met model Charis, kocht wat Portra 160 film en vertrok richting het strand.
Houston, we have a problem
Tijdens de shoot viel me op dat de lichtmeter niet helemaal leek te kloppen, of eerder andersom: helemaal niet. Eerst dat ik nog dat het gewoon was omdat ik een film gebruikte met een vrij lage lichtgevoeligheid, maar dan klopte het nog steeds niet. Er was super veel licht, maar ik heb met de relatief lage sluitertijd zelfs de beweging in Charis’ haar nog weten te vangen.
Toen ik eenmaal zeker wist wat er mis was met de lichtmeter, hadden we de shoot al afgerond. Nou goed, het was tenslotte en test shoot, jammer dan. Toen ik terugging naar de winkel, bevestigde de eigenaar dat de lichtmeter er zo’n drie hele stops licht naast bleek te zitten. Nu dacht ik zeker te weten dat mijn film verpest zou zijn, maar je hebt al wat van het resultaat gezien… Het geluk bij een ongeluk zat hem erin dat de lichtmeter drie stops te donker meette, waardoor de film overbelicht raakte. Door de vergeeflijkheid van film wanneer je het overbelicht, had ik nog steeds bruikbare beelden. Als het onderbelicht was geweest, was het een heel ander verhaal geweest en had ik de meeste beelden kunnen weggooien.
Eén van deze beelden heeft het zelfs tot limited edition print geschopt en was onderdeel van twee exposities tot dusver. Ik gaf het de titel Shadow Work, omdat dat is wat ik heb moeten doen om tot dit punt te komen in mijn creatieve werk. Het is dat innerlijke werk dat me ertoe leidde mezelf eindelijk te vertrouwen met dit medium, wetende dat ik goede resultaten zou kunnen behalen, zelfs wanneer technische details tegenzitten. Soms heb ik zelfs de beste resultaten geboekt dankzij die tegenslagen.
Tot op de dag van vandaag is dat wat me aan blijft trekken tot het gebruik van film. Ik vertel mijn klanten dat dit de manier is waarop ik werk wanneer je me inhuurt om mijn ding te doen. En dat dat hem niet alleen in de resultaten zit, maar ook vooral in het proces. Je huurt me niet alleen in voor het resultaat van rake foto’s, je huurt me ook in om de kunst van overgave aan het creatieve proces te ervaren. Om die stukken in jezelf aan te kijken die meer dan nodig de controle willen hebben over de uitkomst. En vervolgens volledig te vertrouwen.